basar

Nederlands

Uitspraak
  • IPA: /baˈsɑr/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ba·sar
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

debasarm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vlees (alleen in onderstaande verbindingen)
Typische woordcombinaties

Gangbaarheid

  • Het woord 'basar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ba·sar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
basar
basaba
basado
volledig

Werkwoord

basar

  • overgankelijk
  1. baseren, gronden, funderen
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.