basisdingen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basisdingen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·sis·din·gen

Zelfstandig naamwoord

debasisdingenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord basisding
     Ze leren jullie vieren een paar basisdingen.[1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.