bastonen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bastonen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bas·to·nen

Zelfstandig naamwoord

debastonenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bastoon
    • Het uitgangspunt van haar verslag dreunt met zware bastonen: dat haar eigen financiële schuld in het niet valt bij wat van haar Joodse familie, de échte slachtoffers, is afgenomen en nooit teruggegeven; bij de schuld die tot op de dag van vandaag in het DNA van Duitsland en Oostenrijk verweven is. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord bastonen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.