bauwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bauwen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bau·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bauwen
bauwde
gebauwd
zwak -d volledig

Werkwoord

bauwen [2]

  1. een blaffend geluid maken (gewoonlijk van personen)
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord bauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.