beber

Portugees

Uitspraak
  • IPA: /be'beɾ/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beber
bebia
bebido
volledig

Werkwoord

beber

  1. drinken
    «Ele está bebendo água.»
    Hij is water aan het drinken.
Synoniemen


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /beˈβeɾ/
Woordafbreking
  • be·ber
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse bibere.
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beber
bebía
bebido
volledig

Werkwoord

beber

  1. aan de drank zijn
  1. opdrinken, opzuigen, in zich opnemen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.