beboerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beboerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·boer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beboeren |
beboerde
- enkelvoud verleden tijd van beboeren
- Ik beboerde.
- Jij beboerde.
- Hij, zij, het beboerde.
- Ik beboerde.
Gangbaarheid
- Het woord beboerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.