beboste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beboste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·bos·te

Werkwoord

vervoeging van
bebossen

beboste

  1. enkelvoud verleden tijd van bebossen
    • Ik beboste. 
    • Jij beboste. 
    • Hij, zij, het beboste. 
  2. verbogen vorm van bebost, voltooid deelwoord van bebossen

Bijvoeglijk naamwoord

beboste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bebost

Gangbaarheid

  • Het woord beboste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.