bedeelde

Uitspraak

• Geluid:  bedeelde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·deel·de

Werkwoord

bedeelde

1. enkelvoud verleden tijd van bedelen
   

   • Ik bedeelde. 
     
   • Jij bedeelde. 
     
   • Hij, zij, het bedeelde. 

2. verbogen vorm van bedeeld, voltooid deelwoord van bedelen

Gangbaarheid

• Het woord bedeelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedeelde" herkend door:

Verwijzingen