bedieden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedieden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·die·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bedieden
bediedde
bedied
zwak -d volledig

bedieden

  1. overgankelijk, (verouderd) beduiden
    • Ik weet wel wat er den brief bediedt ("Rozemarijn" van Kadril). 

Gangbaarheid

  • Het woord 'bedieden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.