bedilde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedilde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·dil·de

Werkwoord

vervoeging van
bedillen

bedilde

  1. enkelvoud verleden tijd van bedillen
    • Ik bedilde. 
    • Jij bedilde. 
    • Hij, zij, het bedilde. 
  2. verbogen vorm van bedild, voltooid deelwoord van bedillen

Gangbaarheid

  • Het woord bedilde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.