bedillen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedillen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·dil·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bevitten, beredderen’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • afgeleid van dillen met het voorvoegsel be- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bedillen
bedilde
bedild
zwak -d volledig

Werkwoord

bedillen [3]

  1. overgankelijk op een bemoeizuchtige manier voor een ander regelen
  2. (verouderd) gezochte kritiek leveren
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bedillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.