bedroeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedroeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·droeg

Werkwoord

vervoeging van
bedragen

bedroeg

  1. enkelvoud verleden tijd van bedragen
    • Ik bedroeg. 
    • Jij bedroeg. 
    • Hij, zij, het bedroeg. 
     De afstand tot de groep bedroeg nog dertig meter, toen plotseling een hysterische stem in zijn hoofd schreeuwde: ‘Waar zijn de kinderen? ’[1]

Gangbaarheid

  • Het woord bedroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.