beduimelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beduimelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·dui·me·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beduimelen
beduimelde
beduimeld
zwak -d volledig

Werkwoord

beduimelen

  1. overgankelijk bevlekken door aanraking met vuile vingers
    • Tot hun grote ergenis beduimelde hij hun vakantiefoto's. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord beduimelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.