beent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beent    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beent

Werkwoord

vervoeging van
benen

beent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benen
    • Jij beent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benen
    • Hij beent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van benen
    • Beent! 

Gangbaarheid

  • Het woord beent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.