beglazen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beglazen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·gla·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

beglazen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beglazen
beglaasde
beglaasd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk voorzien van glasruiten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beglazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.