begoochel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  begoochel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·goo·chel

Werkwoord

vervoeging van
begoochelen

begoochel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begoochelen
    • Ik begoochel. 
  2. gebiedende wijs van begoochelen
    • Begoochel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begoochelen
    • Begoochel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord begoochel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.