begoochel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: begoochel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·goo·chel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
begoochelen |
begoochel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begoochelen
- Ik begoochel.
- gebiedende wijs van begoochelen
- Begoochel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begoochelen
- Begoochel je?
Gangbaarheid
- Het woord begoochel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.