begoochelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  begoochelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·goo·che·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
begoochelen
begoochelde
begoocheld
zwak -d volledig

Werkwoord

begoochelen

  1. overgankelijk iemand in een waan brengen
    • Hij liet zich niet begoochelen door alle schone praat en stelde een paar harde vragen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord begoochelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.