behangen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  behangen    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈhɑŋə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
behangen
behing
behangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

behangen

  1. overgankelijk het bedekken van wanden met een laag papier
    • Voordat we de muur konden behangen moesten we eerst het oude behangsel verwijderen. 
  2. overgankelijk bedekken door er iets aan, op of tegen te hangen
    • Vrolijke drinkers, bevallige dames en groteske boeren behingen de muren van menig grachtenpand. 
Hyponiemen
  • onbehangen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van behangen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
vervoeging van: behangen…
geen verbogen vorm

behangen

  1. voltooid deelwoord van behangen

Zelfstandig naamwoord

debehangenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord behang

Gangbaarheid

  • Het woord behangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.