behangselschilders

Uitspraak

• Geluid:  behangselschilders    (hulp, bestand)
• IPA: / bəˈhɑŋsəlˌsxɪldərs / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• be·hang·sel·schil·ders

Woordherkomst en -opbouw

• behangselschilder met uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de behangselschilders mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord behangselschilder

   ▸ In de zaal waar het werk van de Dordtse achttiende-eeuwse behangselschilders Abraham en Jacob van Strij wordt getoond, duiken in de ladekasten tekeningen op die bij wijze van stalenboek aan potentiële klanten werden getoond.^[1]

Gangbaarheid

• Het woord 'behangselschilders' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen