behapbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  behapbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·hap·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen behapbaarbehapbaarderbehapbaarst
verbogen behapbarebehapbaarderebehapbaarste
partitief behapbaarsbehapbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

behapbaar

  1. verdeeld in kleine stukjes die te overzien zijn
    • De stof werd in kleine behapbare stukjes door de leraar geëxamineerd. 
  2. begrijpelijk
    • Steen des aanstoots: de aanvechtbare keuzes die de samenstellers telkens maken. Teksten uit kranten en tijdschriften worden ingekort, omgewerkt, vereenvoudigd en soms met extra zinnen aangevuld – een redactionele doodzonde – om ze bevraagbaar en behapbaar te maken.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord behapbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Rik Smits NRC 9 mei 2016
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.