behoorde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  behoorde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·hoor·de

Werkwoord

vervoeging van
behoren

behoorde

  1. enkelvoud verleden tijd van behoren
    • Ik behoorde. 
    • Jij behoorde. 
    • Hij, zij, het behoorde. 
     Uit de manier waarop Heleen dit vroeg, kon ze opmaken dat de avondmaaltijd reeds tot een gepasseerd station behoorde.[1]
  2. verbogen vorm van behoord, voltooid deelwoord van behoren

Gangbaarheid

  • Het woord behoorde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.