behuizen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  behuizen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·hui·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
behuizen
behuisde
behuisd
zwak -d volledig

Werkwoord

behuizen [1]

  1. overgankelijk van een huis voorzien
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord behuizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.