beifügen
Duits
Uitspraak
- Geluid: beifügen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbaifyːgən /
Woordafbreking
- bei·fü·gen
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van het Duitse werkwoord fügen met het voorvoegsel bei-
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beifügen |
fügte bei |
(hat) beigefügt |
zwak | volledig | scheidbaar |
Werkwoord
beifügen
- overgankelijk bijvoegen, toevoegen
- «Schon vierzehn Tage laufe ich mit der Frage herum, wie du deiner E-Mail eine Anlage beifügen kannst.»
- Al een tweetal weken loop ik met de vraag hoe je een bijlage moet bijvoegen in je mail.
- «Schon vierzehn Tage laufe ich mit der Frage herum, wie du deiner E-Mail eine Anlage beifügen kannst.»
Synoniemen
- anhängen
- beilegen
- ergänzen
- hinzufügen
Afgeleide begrippen
- Beifügung
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.