beitel af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beitel af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bei·tel af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbeitelen

beitel (...) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeitelen
    • Ik beitel af. 
  2. gebiedende wijs van afbeitelen
    • Beitel af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeitelen
    • Beitel je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord beitel af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.