bekijven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekijven    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈkɛivə(n)/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /bə.ˈkɛɪ̯.və(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈkɛː.və(n)/
    • (Limburg): /bə.ˈkɛɪ̯.və(n)/
Woordafbreking
  • be·kij·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekijven
bekeef
bekeven
klasse 1 volledig

Werkwoord

bekijven

  1. overgankelijk iemand ~ ruzie met iemand maken
    • Als ze een jongen bemoederde of met krols geaai troostte was hij achterdochtig, als ze hem bekeef en berispte was hij roekeloos weerbarstig.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord bekijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. De kruisweg, Herman J. Claeys
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.