belerende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  belerende    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·le·ren·de

Werkwoord

vervoeging van: beleren
verbogen vorm: belerendee

belerende

  1. verbogen vorm van belerend, het onvoltooid deelwoord van beleren

Bijvoeglijk naamwoord

belerende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van belerend
     Wat als een belerende monoloog stond gepland, was uitgemond in een dialoog.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord belerende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.