belikken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  belikken    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈlɪkə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·lik·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

belikken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
belikken
belikte
belikt
zwak -t volledig
  1. (waterbeheer) een dijk glad maken door het aanbrengen van zoden
  2. aan iets likken

Gangbaarheid

  • Het woord 'belikken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
51 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.