beloert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beloert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·loert

Werkwoord

vervoeging van
beloeren

beloert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beloeren
    • Jij beloert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beloeren
    • Hij beloert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beloeren
    • Beloert! 

Gangbaarheid

  • Het woord beloert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.