beloeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beloeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·loe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beloeren
beloerde
beloerd
zwak -d volledig

Werkwoord

beloeren [1]

  1. overgankelijk heimelijk kijken naar
Synoniemen
  • belodderen (verouderd)[2]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • beloering
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beloeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.