beloof
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beloof (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·loof
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beloven |
beloof
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beloven
- Ik beloof.
- gebiedende wijs van beloven
- Beloof!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beloven
- Beloof je?
- ▸ Waar we naartoe gaan beslissen we nog altijd samen. Het wordt in elk geval een leuke vakantie. Dat beloof ik je.[1]
Gangbaarheid
- Het woord beloof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.