bemuurde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bemuurde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·muur·de

Werkwoord

vervoeging van
bemuren

bemuurde

  1. enkelvoud verleden tijd van bemuren
    • Ik bemuurde. 
    • Jij bemuurde. 
    • Hij, zij, het bemuurde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.