bemuurde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bemuurde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·muur·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemuren |
bemuurde
- enkelvoud verleden tijd van bemuren
- Ik bemuurde.
- Jij bemuurde.
- Hij, zij, het bemuurde.
- Ik bemuurde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.