benadeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benadeel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·na·deel

Werkwoord

vervoeging van
benadelen

benadeel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadelen
    • Ik benadeel. 
  2. gebiedende wijs van benadelen
    • Benadeel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadelen
    • Benadeel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord benadeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.