beneficia

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beneficia    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌbenəˈfiʃa/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·ne·fi·cia
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

debeneficiamv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beneficium
     Telkens als Lodewijk ergens een stad innam, deed deze paus daar zijn intrede en deelde er beneficia uit.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord beneficia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W. Jappe Alberts & J.C.G.M. Jansen (eds.) (vert. Émile Lavigne)
    “Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558.” (1988), Eisma, Leeuwarden / Maastricht, ISBN 9070052628, p. 157/158

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
beneficiar

beneficia

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van beneficiar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van beneficiar
vervoeging van
beneficiarse

beneficia

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van beneficiarse
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.