benuttigen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: benuttigen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·nut·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
benuttigen |
benuttigde |
benuttigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
benuttigen [1]
- overgankelijk zich ten nutte maken, zijn voordeel met iets doen
Gangbaarheid
- Het woord benuttigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.