benuttigt

Uitspraak

• Geluid:  benuttigt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·nut·tigt

Werkwoord

benuttigt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benuttigen
   

   • Jij benuttigt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benuttigen
   

   • Hij benuttigt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van benuttigen
   

   • Benuttigt! 

Gangbaarheid

• Het woord benuttigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.