beoefende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beoefende    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·oe·fen·de

Werkwoord

vervoeging van
beoefenen

beoefende

  1. enkelvoud verleden tijd van beoefenen
    • Ik beoefende. 
    • Jij beoefende. 
    • Hij, zij, het beoefende. 
  2. verbogen vorm van beoefend, voltooid deelwoord van beoefenen

Gangbaarheid

  • Het woord beoefende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.