bereden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bereden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·re·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
berijden

bereden

  1. meervoud verleden tijd van berijden
    • Wij bereden. 
    • Jullie bereden. 
    • Zij bereden. 
  2. voltooid deelwoord van berijden
Antoniemen
stellend
onverbogen bereden
verbogen
partitief beredens

Bijvoeglijk naamwoord

bereden

  1. te paard
    • Er kwam bereden politie aan te pas. 

Gangbaarheid

  • Het woord bereden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.