beruste

Niet te verwarren met: berustte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beruste    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈrʏstə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·rus·te
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
berusten

beruste

  1. aanvoegende wijs van berusten
     Maar op voorwaarde dan, dat die ontwikkeling objectief aanschouwelijk worde gemaakt, en de oplossing beruste op een vlak, van waar iedereen ze overschouwen kan.[1]
Opmerkingen
  • Deze vorm wordt vaak per abuis gebruikt:
a. als verschrijving van de onvoltooid verleden tijd enkelvoud "berustte" (met dubbel t)
 Zijn boze vraag van gisteren berustte op een misverstand. 
b. als verbogen vorm van het voltooid deelwoord "berust": "berusten" is een ergatief werkwoord, waardoor we voor bijvoeglijk gebruik niet het voltooid deelwoord nemen, maar het tegenwoordig deelwoord berustende
 Hij stelde een op een misverstand berustende vraag. 

Gangbaarheid

  • Het woord beruste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Karel van de Woestijne (ed. Ada Deprez)
    Dr. Hein Boeken te Brussel (11 maart 1912), NRC in: Verzameld journalistiek werk. Deel 5: Nieuwe Rotterdamsche Courant december 1911- januari 1913. (1989), Cultureel Documentatiecentrum, Gent, p. 197/198 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.