bescheet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bescheet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·scheet

Werkwoord

vervoeging van
beschijten

bescheet

  1. enkelvoud verleden tijd van beschijten
    • Ik bescheet. 
    • Jij bescheet. 
    • Hij, zij, het bescheet. 

Gangbaarheid

  • Het woord bescheet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.