beschijten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschijten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·schij·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beschijten
bescheet
bescheten
klasse 1 volledig

Werkwoord

beschijten [1]

  1. overgankelijk (vulgair) schijten op, in of tegenaan
Uitdrukkingen en gezegden
  • De galg beschijten
nergens bang voor zijn; maling hebben aan de gevolgen van je gedrag

Gangbaarheid

  • Het woord beschijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.