beschimmel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschimmel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- beĀ·schimĀ·mel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschimmelen |
beschimmel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimmelen
- Ik beschimmel.
- gebiedende wijs van beschimmelen
- Beschimmel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimmelen
- Beschimmel je?
Gangbaarheid
- Het woord beschimmel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.