beschimmelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschimmelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·schim·mel·de
Bijvoeglijk naamwoord
beschimmelde
- verbogen vorm van de stellende trap van beschimmeld
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschimmelen |
beschimmelde
- enkelvoud verleden tijd van beschimmelen
- Ik beschimmelde.
- Jij beschimmelde.
- Hij, zij, het beschimmelde.
- Ik beschimmelde.
- verbogen vorm van beschimmeld, voltooid deelwoord van beschimmelen
Gangbaarheid
- Het woord beschimmelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.