beschimmelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschimmelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beĀ·schimĀ·melt

Werkwoord

vervoeging van
beschimmelen

beschimmelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimmelen
    • Jij beschimmelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimmelen
    • Hij beschimmelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschimmelen
    • Beschimmelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord beschimmelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.