beschimp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschimp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·schimp

Werkwoord

vervoeging van
beschimpen

beschimp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimpen
    • Ik beschimp. 
  2. gebiedende wijs van beschimpen
    • Beschimp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschimpen
    • Beschimp je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beschimp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.