beschoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschoren    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈsxorə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·scho·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • onder invloed van  geschoren ww  ontstaan uit  bescheerd ww , het voltooid deelwoord van bescheren "toedelen" [1] [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen beschoren--
verbogen ---
partitief beschorens--

Bijvoeglijk naamwoord

beschoren

  1. door het lot gegeven
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • dat geluk was hem niet beschoren
    dat geluk had hij niet
  Hij wilde de baan krijgen maar helaas dat geluk was hem niet beschoren. 
  • een lang leven beschoren zijn
    langdurig blijven bestaan
  Het plan om een nieuwe auto te kopen was geen lang leven beschoren want ik raakte mijn rijbewijs kwijt. 

Gangbaarheid

  • Het woord beschoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.