beschotje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschotje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·schot·je

Zelfstandig naamwoord

hetbeschotjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beschot
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.