beseech

Engels

Uitspraak
  • IPA: /bɪ'si:ʧ/
  • SAMPA: /bI"sitS/
vervoeging
onbepaalde wijs to  beseech 
he/she/it  beseeches 
verleden tijd  beseeched 
voltooid
deelwoord
 beseeched 
onvoltooid
deelwoord
 beseeching 
gebiedende wijs  beseech 

Werkwoord

beseech

  1. overgankelijk bezweren, bidden, smeken
    «She beseeched them for help.»
    Ze smeekte hen om hulp.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • beseecher
  • beseechingly
Verwante begrippen
  • adjure
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.