beslikt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beslikt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·slikt
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling van beslikken
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen besliktbeslikterbesliktst
verbogen besliktebeslikterebesliktste
partitief besliktsbeslikters-

Bijvoeglijk naamwoord

beslikt [1]

  1. met slijk bedekt of bevuild
  2. (figuurlijk) zwanger
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord beslikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
35 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.