besmettelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besmettelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /bə'smɛtələk/
Woordafbreking
  • be·smet·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van besmetten met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen besmettelijkbesmettelijkerbesmettelijkst
verbogen besmettelijkebesmettelijkerebesmettelijkste
partitief besmettelijksbesmettelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

besmettelijk

  1. (medisch) het vermogen hebbend gemakkelijk van persoon op persoon overgedragen te worden
    • Dit is de besmettelijkste vorm van het virus. 
     Omdat overal besmettelijke Giardia-parasieten in het water konden zitten, was het noodzakelijk om het water te zuiveren alvorens het te drinken.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord besmettelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.