besneeuwd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besneeuwd    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈsnewt/
Woordafbreking
  • be·sneeuwd
Woordherkomst en -opbouw
  • ww: vervoeging van besneeuwen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel ; gelet op de eerste vindplaatsen is dit werkwoord vermoedelijk een terugvorming
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen besneeuwdbesneeuwderbesneeuwdst
verbogen besneeuwdebesneeuwderebesneeuwdste
partitief besneeuwdsbesneeuwders-

Bijvoeglijk naamwoord

besneeuwd

  1. bedekt met sneeuw
    • De besneeuwde berghelling schitterde in de opkomende zon. 
     Al etend keek ik zwijgend uit het grote raam vanuit de hoge hoteltoren over de besneeuwde bergen die ik net had verlaten.[2]
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: besneeuwen…
verbogen vorm: besneeuwde

besneeuwd

  1. voltooid deelwoord van besneeuwen

Gangbaarheid

  • Het woord besneeuwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Middelnederlandsch Woordenboek
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.